De Pano-uitzending van 10 oktober ging deze keer over de ‘dure’ parkeertarieven in onze Vlaamse steden. Belgen hebben blijkbaar niet alleen een baksteen in hun maag, maar ook nog eens hun auto. Die moeten ze overal kwijt kunnen, liefst gratis of zo goedkoop mogelijk. De reportage, ondersteund door een ietwat klungelig undercover-filmpje, wilde de Vlaming doen geloven dat het geld uit hun zakken wordt geklopt door de Vlaamse steden en gemeenten. Parkeren zou een enorme melkkoe voor hen zijn en er zijn ‘targets’ voor parkeerwachters om zoveel mogelijk boetes uit te schrijven. Een toch wel redelijk eenzijdige weergave van de werkelijkheid.
Zo werd er helemaal niet ingegaan op de kostprijs van parkeren voor die lokale overheid. CROW, het kennisinstituut in Nederland voor mobiliteit en ruimtelijke ordening, publiceerde in 2014 een omvangrijke studie over parkeren in Nederland. Daarin beschrijven ze dat betaald parkeren in Nederland helemaal geen melkkoe is voor de gemeenten. CROW schat de totale kostprijs in Nederland van alle parkeervoorzieningen op 6 tot 8 miljard EUR per jaar. Het totaal aan opbrengsten uit parkeergelden en vergunningen (bij ons bewonerskaarten) werd in 2012 geschat op 650 miljoen per jaar. De resterende bedragen worden voor het overgrote deel uit gemeenschapsgeld gefinancierd. En aangezien er in Nederland geen geld uit de wegenbelasting naar de gemeenten gaat, worden deze kosten door de gemeenten uit eigen middelen betaald, dus door alle burgers gezamenlijk. Men kan dit ook een subsidie voor de automobilist noemen.
In ons land zijn de parkeertarieven, zoals de Pano-reportage ook aangaf, vaak nog een stuk lager. Het laat zich raden hoe de verdeling opbrengsten/kosten bij ons ligt. Bovengronds komt men uit op een gemiddelde kostprijs van 500 EUR/plek/jaar als men de grondprijs, verhardingskosten en onderhoudskosten in rekening brengt. Ondergronds parkeren is nog duurder; de aanlegkosten lopen al snel op tot 30.000 EUR per parkeerplaats. Bij een bezetting van 50% moet men 2 EUR/uur vragen om break-even te draaien.
Parkeren kost dus veel geld en iemand moet de rekening betalen. Maar er is nog meer. Parkeertarieven hebben een sturend effect. Gelukkig wordt dat ook in de Pano-reportage aangehaald. Door de duurdere tarieven en het weghalen van parkeerplaatsen in Nederlandse, maar ook steeds meer Vlaamse steden, worden deze autoluwer en aantrekkelijker. Door het inrichten van randparking met frequent en beschikbaar openbaar vervoer (in Nederland 24/24) houdt men de auto’s uit de stad. Kortrijk, en daarin gevolgd door een aantal andere steden, doet met hun gratis Shop-en Go parkeren exact het omgekeerde. Wie een boodschap wil doen neemt ook voor die korte verplaatsing de auto, parkeren is immers toch ‘gratis’.
Ook voor bewoners kan parkeren niet gratis blijven en niet alleen omwille van de kostprijs dat parkeren heeft voor de steden en gemeenten. Ook de ruimte is beperkt. Tekenend was de getuigenis in Pano van drie vrouwen die een flat delen in het centrum van een stad. Ze hadden elk een auto, want die hadden ze blijkbaar nodig. Ze hadden elk wel geen garage, want daar gebruiken ze de straat voor. Maar ze waren wel verontwaardigd dat ze maar 2 bewonerskaarten konden krijgen. Tja, ook dat is in Nederland alweer beter geregeld. Er worden niet meer bewonerskaarten uitgereikt dan er plek is en bovendien zijn de prijzen een stuk hoger. Het gaat dan niet over gratis of 25 EUR per jaar, maar over bijvoorbeeld 50 EUR per maand. In Stockholm kost straatparkeren voor bewoners zelfs al tot 120 EUR per maand.
Moet het dan allemaal zo duur zijn? Eerst en vooral moet men een redelijke prijs vragen, die in de buurt van de werkelijke kost ligt. Gratis bestaat niet. Een sturend parkeerbeleid in plaats van een volgend heeft enorm veel voordelen: minder auto’s in de stad, meer ruimte voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer en aantrekkelijker dorpen en pleinen. Op termijn zal het ook leiden tot minder autobezit, want de auto staat 96% van de tijd gewoon stil; autodelen is dan ook veel slimmer. Meer coherentie en afspraken zouden ook een groot voordeel zijn; geen honderd verschillende systemen en apps, geen geklooi meer met muntjes en duidelijke aanwijzingen waar men wel, niet, goedkoop of duurder kan parkeren. Want alleen dan bereikt een sturend parkeerbeleid zijn maximaal effect. En dan kan men ineens ook stoppen met de nivellering van tarieven naar beneden toe. Een aantal handelaars denken nog steeds klanten te zullen winnen door lage parkeertarieven. Als iedereen de reële kost betaalt, zijn we ook van dat dogma verlost.