De kantoorbus

(G)een goed idee?

officeonwheels

Colruyt pakte onlangs uit met een nieuw concept, de kantoorbus. Werknemers worden vanuit Gent met een autocar opgehaald naar het werk en ’s avonds weer teruggebracht. Het is een proefproject voor zes maanden van de VIM (Vlaams Instituut voor de Mobiliteit) en een aantal partners. Het idee komt van de BAAV, de beroepsfederatie voor autobus- en autocarondernemers. Bijzonder aan het project is dat de verplaatsingstijd meegeteld wordt als werktijd.

De voordelen

Op het eerste zicht is dit een goed idee. Als 24 mensen zich op deze manier verplaatsen, zijn dat 24 auto’s minder in de file, maar wel één bus extra. Een besparing in ruimte, maar ook minder vervuiling en CO2. Office on wheels beweert zelfs tot zes keer minder. De werknemers zijn uiteraard enthousiast. Wie wil niet dat zijn verplaatsingstijd omgezet wordt naar werktijd en aldus beter ‘rendeert’? Je wordt vervoerd en wordt er nog voor betaald ook.

Bedenkingen

Maar toch zijn er ook bedenkingen bij dit systeem. Men kan zich de vraag stellen of het wel opportuun is dat we nu ook al de openbare weg als bedrijfsruimte gaan gebruiken. Het is uiteraard veiliger dan in de auto gaan zitten bellen of sms-en, maar stel je voor dat er honderden kantoorbussen per dag gaan rondrijden, is dat wel een goed idee?

Maar vooral verlaagt het de drempel om ver van het werk te gaan wonen. De gekende Brever-wet bepaalt immers dat de reistijd die mensen bereid zijn om te doen naar en van hun werk altijd constant blijft. Hoe makkelijker en sneller men zich kan verplaatsen, hoe groter de aanvaarde afstand. Door het comfort te verhogen, maar vooral de verplaatsingstijd als werktijd te beschouwen, valt deze drempel grotendeels weg. Op termijn en bij massaal gebruik kan dit het aantal verplaatsingen net doen toenemen, waardoor de milieuwinst wegsmelt als sneeuw voor de zon. Zo riskeren we in de toekomst net meer woon-werkverkeer te krijgen in plaats van minder. Ook kan het bedrijven aanzetten om nog meer te kiezen voor anders moeilijk bereikbare bedrijventerreinen. De versnippering van ruimte wordt op die manier groter en wie niet met de kantoorbus kan komen is extra de klos. Ontsluiting met het openbaar vervoer is dan helemaal geen optie meer.

Alternatieven?

Thuiswerken is er vast één van. Als de Colruyt bedienden vanaf nu de toelating zouden krijgen om 1 à 2 dagen per week van thuis te werken, zou dat leiden tot een effectieve daling van de mobiliteitsvraag. Dat leidt tot honderden verplaatsingen per dag minder en ook voor de werknemers is er geen verplaatsingstijd en kan de verloren tijd als werktijd gebruikt worden.

Het beter ontsluiten van bedrijventerreinen met het openbaar vervoer moet zeker ook een belangrijk aandachtspunt blijven. Colruyt in Halle bijvoorbeeld is noch met de bus, noch met de trein goed bereikbaar. Colruyt doet wel inspanningen om de afstand van het station naar het bedrijf met de fiets te overbruggen, maar veel bedienden kiezen, zelfs voor korte afstanden, nog steeds voor de (bedrijfs)wagen.

Conclusie

De kantoorbus is een interessant experiment, maar of het zo’n goed idee om breed ingezet te worden, zal de toekomst moeten uitwijzen. De Brusselse Ring vol met kantoorbussen is niet zo’n interessant vooruitzicht.